Afbeelding

Even moppen tappen ...

Algemeen

Ruzie

Op een avond loopt Harry zijn stamcafé binnen en zegt: “Wim, geef me snel een groot glas bier. Ik heb net ruzie gehad met het vrouwtje.” “Oh ja?”, zegt Wim, “en hoe verliep het deze keer?” “Toen het voorbij was”, antwoordde Harry, “kwam ze op handen en voeten bij me.” "Echt waar?”, vraagt Wim, “dat is verrassend! En wat zei ze?” Ze zei: “Kom onder dat bed vandaan, vuile schijter!”

Brief aan god

Een arm vrouwtje schreef een brief aan God, adres “Hemel”, waarin ze 2000 euro vraagt om haar huurschuld af te betalen. De sorteerders van de post weten geen raad met het adres en maken de brief open. Ze zijn zo ontroerd door het lot van het arme vrouwtje, dat ze met de pet rondgaan. Zo halen ze 1800 euro op. Dit bedrag doen ze in een envelop met een briefje van “God” erbij en sturen het terug aan het oude dametje. Een week later ontvangt de Post weer een brief gericht aan God, adres: “Hemel”. Ze maken de brief weer open en lezen: “Lieve God, bedankt voor het geld. Als u nog iets kunt missen, stuur het dan niet meer via de Post, want die rotzakken hebben er 200 euro uit gepikt…”

Biechten

Een man besluit na 30 jaar dan toch maar weer eens te gaan biechten. Hij doet het gordijn opzij, gaat naar binnen en ziet tot zijn verbazing een goed gevulde minibar, een fles bubbels in een ijsemmer, een schaal gebrande amandelen, een schaaltje met Mon Chéri bonbons en foto’s van lekkere topless meiden aan de muren. Dan hoort hij ernaast de priester binnenkomen en zegt: “Eerwaarde, vergeef mij, het is al heel lang geleden dat ik voor het laatst in de kerk ben geweest, maar ik moet zeggen: er is een boel veranderd!” Waarop de priester antwoord: “Eruit, je zit aan mijn kant!”

Arbeidsbureau

Een man komt bij het Arbeidsbureau in Den Haag en ziet daar een kaart waarop een assistent voor een gynaecoloog wordt gevraagd. Hij is geïnteresseerd en wil meer weten. “Kun je me meer details geven over deze vacature?”, vraagt hij aan de man achter de balie. De medewerker van het Arbeidsbureau zoekt in zijn dossiers en antwoord: “Uuuh… even kijken, hier is het. Oké, het werk bestaat eruit de dames gereed te maken voor onderzoek voor de gynaecoloog, het jaarsalaris is €60.000,- maar ik ben bang dat u naar Groningen zult moeten.” “Oh, is daar de vacature?” “Nee, die is in Bergen op Zoom maar in Groningen kunt u achter aansluiten in de rij!”

Chauffeur

De passagier zit al een tijdje achterin de taxi en wil de chauffeur wat vragen, dus tikt hij de man even op z’n schouder om zijn aandacht te trekken. De taxichauffeur geeft een geweldige schreeuw en verliest de macht over het stuur. Het voertuig mist op een haartje na de tram, ramt bijna de voorpui van een monumentaal bordeel, alvorens op het trottoir tussen tientallen driftig fotograferende Japanners tot stilstand te komen. Het is even stil in de taxi. Dan zegt de chauffeur: “Meneer, wilt u dat nóóit meer doen. Ik ben me dood geschrokken.” De passagier zegt dat hij niet had geweten dat de chauffeur zo zou schrikken van een klein tikje op z’n schouder. Waarop de bestuurder zegt: “Het is uw schuld niet hoor. Maar vandaag is mijn eerste dag als taxichauffeur. Hiervoor heb ik 25 jaar lijkwagens gereden.”

Olympische spelen

Een man had tickets om de Gouden Medaille Volleybal wedstrijd te zien op de Olympische Spelen, op de eerste rij. Als hij gaat zitten, komt een vrouw naar beneden en vraagt of iemand zit in de stoel naast hem. "Nee", zegt hij. "die stoel is leeg." “Dit is ongelooflijk”, zei de vrouw, “wie in zijn volle verstand zou hier hebben gezeten als dit voor de Gouden Medaille Finales is en het ticket niet gebruiken?” De man zegt: "Nou, eigenlijk, de stoel behoort aan mij. Ik zou komen met mijn vrouw, maar ze is overleden. Dit is de eerste Olympische Volleybal Finale die we samen zouden gaan kijken sinds we trouwden in 1967.” “Oh … het spijt me dat te horen", reageert de vrouw. "Dat is verschrikkelijk. Maar kon je niet iemand anders vinden? Een vriend of familielid of zelfs een buurman om de plaats te nemen?” De man schudt zijn hoofd “Nee, ze zijn allemaal op de begrafenis.”

Taalproblemen

Johan heeft het met zijn vriend Kees over zijn problemen met de Nederlandse taal. Johan zegt: "Ik loop naar huis, staat in tegenwoordige tijd." Als ik nou zeg: "Ik redde jouw vrouw uit het water. In welke tijd staat dat dan?" "In de verloren tijd", antwoordt Kees.

Drankje

Een boer had een stier die niks aan de koeien deed. Toen hij dat aan de veearts vertelde, kreeg hij een drankje mee. Hij moest een paar druppels in een emmer water gooien en dan zou het allemaal goed komen. Toen de stier uit de emmer water gedronken had, besprong hij de ene koe na de andere. “Wat was dat dan voor een drankje”, vroeg de buurman van de boer. “Ik weet het niet”, antwoordde de boer, “maar het smaakte naar cola.”