Afbeelding

Karter Wouter laat de concurrentie stof happen

Algemeen

HOOGERHEIDE – Hij is nog klein, met zijn 11 jaar, maar op het kartcircuit is Wouter Poleij al een grote. Op dit moment is hij regerend Nederlands Kampioen in twee klasses en in de twee jaar dat hij actief is racete hij al 64 podiumplaatsen bij elkaar. Ruim 40 van die 64 keer mocht hij de hoogste trede van het podium beklimmen. Wouter leeft voor zijn sport en wil er de allerbeste in worden, net zoals een zekere Max Verstappen dat ooit deed. De voortekenen zijn goed, want tot nu toe laat Wouter alle concurrentie "stof happen".

Twee jaar geleden ging Wouter karten met zijn neefje, bij Kart Centre Roosendaal. "Daar zeiden ze meteen: 'Zo! Jij kan lekker karten!' Ze dachten dat ik al veel vaker had gekart, maar het was de eerste keer. Ik vroeg wel aan mijn vader of ik nog een keer mocht, want ik vond het heel erg leuk!" Kartcoach Corné Snoep was onder de indruk van het talent van de razendsnelle Wouter en nodigde hem uit voor de kartlessen die Kart Centre Roosendaal organiseert. Dat bracht de sneeuwbal definitief aan het rollen. Karten is voor Wouter uitgegroeid tot een passie. Hij leeft voor zijn sport.

Bijna elke week heeft hij een race, en als hij niet racet is hij op Kart Centre Roosendaal te vinden. Daar draait hij eindeloos zijn rondjes en analyseert hij de techniek van andere rijders. Want Wouter wil nog beter worden. En nog sneller. Net zo lang tot hij de allersnelste is, en dan wil hij nog sneller. "Wat ik wil? Gewoon lekker hard gaan!", grijnst Wouter. Maar hoewel hij het niet direct verraadt is zijn ambitie niet zo oppervlakkig. Hij kijkt op tegen wereldkampioen Rico Haarbosch en Formule 1-held Max Verstappen. "Rico's vader zegt dat hij in mij een jonge Rico herkent, en ik heb hem al eens ingehaald op de baan", glundert Wouter. Wereldkampioen worden, dat is wat Wouter wil.

Het Nederlands Kampioenschap Indoor Karting voor racers tot en met 14 jaar domineerde Wouter deze zomer volledig. Hij rolde zijn achtentwintig concurrenten op door alle zes de races te winnen, en ook in het Nederlands Kampioenschap voor Huurkarts kan het kampioenschap in zijn leeftijdscategorie hem niet meer ontgaan. Het racen is een tactisch spel, door de verplichte pitstops en kartwissels tijdens de wedstrijden.

Focus
Daarbij krijgt Wouter hulp van zijn vader Roel, die met hem de reglementen doorneemt en hem waar nodig adviseert. Maar de belangrijkste taak van vader Poleij is toch vooral toekijken en trots zijn, want eenmaal in de kart is Wouter prima tegen zijn taak opgewassen. Volgens zijn vader verandert Wouter zodra hij in zijn kart zit, en is hij nog maar op één ding gefocust: de snelste zijn. Zelf ziet Wouter het zo: "Vóór een wedstrijd ben ik wel eens zenuwachtig, maar als ik eenmaal in de kart zit, dan valt alles van me af. Dan rij ik gewoon."

Dat rijden is niet zo eenvoudig als het eruit ziet, zo ontdekten ook Wouters vriendjes toen hij ze op zijn verjaardag mee uit karten nam. "Ze dachten altijd dat het makkelijk was, maar toen we gingen karten deden zij een minuut over een rondje. Ik deed er 36 seconden over."

Sneller
In wedstrijden is de concurrentie echter zo sterk dat het verschil tussen winnen en verliezen een kwestie van tienden – en soms zelfs honderdsten – van een seconde is. "Je moet de snelste lijn door de bocht nemen en precies op het juiste moment remmen en weer gas geven. Soms moet je juist langzaam gaan om snel te kunnen zijn, het heeft geen zin om teveel gas te geven in een bocht als je daardoor de ideale lijn niet kunt volgen. Soms moet je je klein maken in de kart zodat de lucht zo goed mogelijk om je heen stroomt. Perfect is het nooit, het kan altijd sneller."

Wouter tovert een uitdraai tevoorschijn van zijn rondetijden tijdens zijn laatste trainingssessie. In de 18 rondes die hij reed zit er nooit meer dan twee tienden van een seconde verschil tussen zijn rondetijd op een baan van bijna 500 meter. "Mwah", zegt Wouter, "kan beter." Over het gevaar van zijn sport maakt hij zich geen zorgen. "Ik ben wel eens gecrasht ja, maar naar school lopen is gevaarlijker dan karten", zegt hij nuchter, "en ja, als je iemand wil inhalen loop je het risico dat het fout kan gaan. Maar dat risico ben ik bereid te nemen." Wouter praat als een topsporter, en lijkt ook de mentaliteit te bezitten die daarbij hoort: alles op alles zetten om de beste te zijn. Al pratend bekent Wouter dat hij plattegronden en YouTube-filmpjes tot op de laatste millimeter analyseert voor hij op een nieuwe baan gaat rijden. Hij zorgt dat hij weet wie zijn concurrenten zijn en wat ze doen, en een beetje psychologische oorlogvoering schuwt hij niet. "Voor een wedstrijd roep ik tegen iedereen dat de karts slecht zijn", grijnst hij, "dan worden ze zenuwachtig."

Sponsoring
Karten is een dure sport. Wouters ouders dragen veel van die kosten en helpen hun zoon bij het vinden van sponsors. "Mijn ouders hebben een winkel dus ze kennen veel ondernemers", zegt Wouter, "samen hebben we een presentatiemap gemaakt en daarmee ga ik zelf ook bij bedrijven langs. Paul Lucius van de Jumbo-supermarkt vond mijn presentatie heel mooi, dus hij wilde me sponsoren. Nu heb ik een logo van zijn winkel op mijn pak."

Outdoor
Ondernemers zien Wouters gedrevenheid en snelheid en willen hem daarom graag steunen. Wouter kreeg een aanbieding om volgend jaar – met steun van een McDonalds-ondernemer – outdoor-wedstrijden te gaan racen. "Die karts gaan wel 100 kilometer per uur", zegt hij, "en dan ga ik rijden op bekende banen: in Genk, waar Max Verstappen heel veel gekart heeft en in Spa-Francorchamps, op het binnenterrein van het Formule 1-circuit." Tot die tijd blijft Wouter zich verbeteren op de indoor-circuits. Met ballast in zijn kart neemt hij het inmiddels ook op tegen volwassen racers, die hij ook vaker dan niet de oren wast.

Graag
En hoewel hij nog een lange weg te gaan heeft, kan Wouter niet anders dan naar de Formule 1-overwinningen van Max Verstappen kijken en denken "dat wil ik ook". Maar hij laat zich niet meeslepen door de Nederlandse Formule 1-sensatie. "Sinds hij racet zijn er heel vele kinderen gaan karten, omdat ze net zo willen worden als Verstappen", zegt Wouter, "maar ik kartte al toen Verstappen nog niet bekend was. Ik doe het niet omdat ik wil zijn zoals hij, ik race omdat ik graag wíl racen. Ik wil Wouter zijn, en ik wil winnen als Wouter."